Het kapitalisme van Frank Boll bevordert onze welvaart niet.
heeft afgeroomd en daarmee de rijkste man ter wereld werd, als filantroop bewonderen? Terwijl wij de statelijke herverdeling democratisch kunnen vaststellen en controleren, vinden wij het leuker dat Bill Gates geheel in zijn eentje uitkiest wie er gesteund moet worden.
Natuurlijk is dan in discussie of de inkomstenbelasting progressief genoeg is, of de vermogensbelasting hoog genoeg is en of het gebruik van natuurlijke hulpbronnen niet ook meer belast moeten worden. Zelf moet er nog meer in discussie komen: in honderden jaren hebben wij bereikt dat de macht in de samenleving democratisch wordt uitgeoefend. Dat is nu in gevaar, omdat de macht van een aantal ondernemingen groter is dan de macht van de staat waarbinnen zij opereren. Dat bedreigt de democratie. Moet ook in grote bedrijven de macht niet democratisch worden verdeeld? Of moet de grootte van ondernemingen worden gemaximeerd, zodat zij door de democratische staat kunnen worden beheerst? De bankencrisis, waarbij de belastingbetaler de banken moest redden zonder enige consequentie voor de onderneming zelf, heeft getoond dat daar wat moet gebeuren. Dat heeft niets met communistisch collectivisme te maken, maar alles met een gezonde, democratische samenleving.
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is de norm
“Accepteer dat de vaste baan niet langer de norm is” luidde de kop boven het artikel van Raymond Puts in Trouw van 15 maart. Het stond er zó indringend, dat het bijna daardoor al norm wordt. Daarom moet hij worden tegen gesproken. De wens van Puts is amoreel. Tijdelijke contracten worden gehanteerd omdat ondernemers hun medewerkers zijn gaan beschouwen als kostenpost. Maar mensen zijn geen bedrijfsmiddelen, die je vervangt als de economische levensduur verstreken is.
Een ondernemer kan niet zonder medewerkers. Een onderneming is een verbond tussen een ondernemer met kapitaal en medewerkers met hun arbeidsvermogen. Zij gaan een relatie aan, beiden voor een duurzame broodwinning. Dáárom is een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd de norm. De ondernemer heeft een verantwoordelijkheid voor die duurzaamheid, hij moet rekening houden met goede én slechte tijden. Het deugt niet als de ondernemer die verantwoordelijkheid ontloopt, maar hij doet dat wel: Voor de crisis zijn overwinsten vaak overgeheveld naar de privé-BV, er bleef als regel geen enkele reserve achter in het bedrijf, zodat menige werk-BV na de crisis failliet ging.
Het geeft geen pas in mindere tijden medewerkers over de schutting van het bedrijf te kieperen, alsof het afval is, en de samenleving op te laten draaien voor de uitkeringen. Overwinsten moeten worden gereserveerd voor de mindere jaren, zodat medewerkers een redelijke tijd hebben een vervangende broodwinning te verwerven.
Raymond Puts noemt het vaste dienstverband volstrekt achterhaald. Maar het vaste dienstverband is een sociale ontwikkeling die ons uit de verpaupering van de 19e eeuw heeft gehaald, omdat de samenleving geleerd heeft, dat het zó niet hoort. Het is een groei in onze moraal. De zzp-er is vaak niet anders dan de losse dagloner van toen, dat willen wij niet terug.
Moet de wet meer positieve prikkels geven om ondernemers te “belonen” voor het investering in duurzame inzetbaarheid? De beste prikkel kan zónder beloning, door het uit de hand gelopen flexwerk in te perken. Het BNP wordt uiteindelijk gegenereerd dóór ondernemingen. Subsidies en uitkeringen komen allemaal uit diezelfde ondernemingen. De gezondste economie krijg je met ondernemingen die inzien dat hun inkomen wordt gegenereerd door hun medewerkers. Niet met ondernemingen die subsidie-vragend gaan klaplopen op de samenleving.
Over ongelijkheid
een gedachtenexperiment
Stel je een wereld voor met daarin slechts twee mensen, één is sterk en groot, de ander schriel en mager, hun metabolisme is gelijk. Zij beschikken voor hun levensonderhoud dagelijks over 4 koeken. De koeken moeten worden verdeeld, maar er mag nooit één overblijven, dat brengt ongeluk.
Bij 1 koek lijden ze nog honger, dan worden ze zwakker;
bij 2 koeken hebben ze net genoeg gehad, maar nog wél trek;
bij 3 koeken zijn ze voldaan en worden ze sterker.
Als ze besluiten de koeken gelijk verdelen hebben ze beiden voortdurend trek in nóg een koek, ze missen ze dan beiden plezier in het leven.
De sterke kan beslissen dat hij 3 koeken neemt. De zwakke lijdt dan honger maar hij gaat nog niet direct dood. Het voordeel is, dat de sterke dan één keer voldaan is en het leven als een geluk ervaart. En de eerstvolgende keer delen ze weer gelijk, zodat de zwakke niet dood gaat van de honger.
Hoe vaker de sterke 3 koeken neemt, hoe vaker hij voldaan is en geluk ervaart. Maar de zwakke lijdt dan vaker honger, hij verzwakt telkens wel een beetje en zal op den duur dood gaan. Als de zwakke dood gaat blijft er een koek over. Dan moet de sterke ook de vierde koek opeten, na verloop van tijd obesitas krijgen en dood gaan.
De sterke moet daarom besluiten de koeken regelmatig gelijk te verdelen. Hij heeft dan minder vaak een voldaan gevoel, maar de zwakke blijft langer leven. Hij kan zélfs besluiten de koeken een keer andersom te verdelen, en een keer honger te lijden de zwakke is dan een keer voldaan en blijft nog langer leven. Maar hij moet wel oppassen, omdat ook hij dan verzwakt en de kans loopt dat op enig moment de rollen van sterk en zwak blijken te zijn omgedraaid.
Wat zal op lange termijn de uitkomst zijn van de koekenverdeling?
Grotere rol overheid zal nieuwe crisis voorkomen
Het is onverstandig om het kapitalisme na de crisis overboord te gooien, betoogt Jeroen Smit in NRC Opinie van 16 mei. Hij vindt het dom te denken dat de overheden weer meer aan het stuur moeten zitten. Hij adstrueert dat met een verwijzing naar de inefficiënte bureaucratische overheden van het voormalige communistische Oost-Europa. Het is beter om bedrijven met de focus op de langere termijn te laten opereren op de vrije, kapitalistische markt. Volgens de hoogleraar journalistiek toont Unilever dat aan, nu het de plofkip in leven wil laten en andere goede werken wil gaan uitvoeren. Hiermee Unilever wil in 2020 in omvang zijn verdubbeld.
Het lijkt mij dat Smit de kortste route uitstippelt naar de volgende crisis. De markt werkt alleen goed als er veel kopers én veel aanbieders zijn, leert het basisboek economie. Verdubbeling in 2020 lukt Unilever alleen door op grote schaal concurrenten uit de markt op te kopen. Wat als bij gebrek aan concurrentie door mismanagement, zoals bij de banken, Unilever om dreigt te vallen en de zeep- en voedingsmiddelenfabrieken stil dreigen komen te liggen?
Bij de bankencrisis kon ik mij nog voorstellen dat de overheid razendsnel noodgeld in omloop bracht, opdat ik mijn dagelijks brood kon blijven kopen in de supermarkt – maar als de planken in de supermarkt leeg blijven? Ik zie nog niet iedereen naar zweet stinkend en met vettige slierten haar snel een eigen moestuintje aanleggen. Unilever kan óók too big to fail worden. En dan zullen wij, na de banken, met veel staatsgeld ook Unilever overeind moeten houden. Heel ondeugend doordenkend leidt Smit ons met zijn redenering alsnog naar het communistische ideaal. Dan liever een democratisch gekozen, efficiënte overheid die met heldere regels de Shells en Unilevers een kopje kleiner houdt.
(Geplaatst in NRC Opinie 18 mei 2012)