Pensioenleeftijd niet te snel verhogen

Schinkel pleit in NRC Economie van 5 juni 2012 voor een versnelde verhoging van de pensioenleeftijd naar 68 jaar. Daarop lijkt mij wel wat af te dingen. Er van uitgaande dat een thans 58-jarige op zijn 65e een pensioenuitkering verwacht met een index=100 bij een rekenrente van 4%, levert een toename van de levensverwachting in 2020 met 2 jaar de volgende indexcijfers op:

Rente
4,00%
3,00%
2,50%
1,60%
Pensioenleeftijd 65 jr
93
79
73
63
Pensioenleeftijd 66 jr
100
85
78
68
Pensioenleeftijd 67 jr
108
92
84
72

Duidelijk is te zien hoe groot de invloed van de rente op de uitkeringen is. Dit lijkt Schinkel gelijk te geven, maar er zijn twee redenen dat te nuanceren: De rente is vooral laag door kapitaalvlucht van Zuid-Europa naar Noord-Europa, dat zal op enig moment eindigen. En net als in Duitsland zullen in Nederland de lonen moeten stijgen om in Zuid-Europa economische herstel mogelijk te maken, waardoor ook de pensioenpremie-inleg zal stijgen. Door af te stappen van de rigide Merkel-politiek en eurobonds in te voeren zal de rente snel weer op een normaler niveau komen, anders zullen vooral ouderen de pijn in Zuid-Europa moeten verlichten, i.p.v. wij met z’n allen.

Vooral voor 55-plussers geldt dan nog dat de velen zonder werk geen mogelijkheid hebben de latere ingangsdatum van het pensioen op te vangen met inkomen. In het verleden zijn 55-plussers solidair geweest met de oudere generatie door AOW- en VUT-premie voor hen te betalen en met de jongere generatie door voor hen de veel langere opleidingsduur te bekostigen en te betalen voor hun schoolgeld en schoolboeken. Zij mogen nu toch op hun beurt wel een beroep op een solidariteitsbijdrage van de jongere generatie doen, om niet tot armoede te vervallen?

D66 gebruikt OESO cijfers werkweek verkeerd

Nederlanders werken bijna 300 uur per jaar minder dan de Denen, meldt D66. Dat zijn ruim 8 36-urige werkweken minder – veel meer vakantie dan ik ooit in een jaar heb gehad. Dat kan niet kloppen, en het klopt dus ook niet.
Kamerlid Wouter Koolmees gebruikt in het paper dat D66 op zijn site publiceert OESO cijfers over de jaren 1980-1996. Inmiddels zijn we 16 jaar verder. Bovendien vermeldt Koolmees niet dat de OESO waarschuwt dat die cijfers niet geschikt zijn voor onderlinge vergelijkingen van de gemiddeld gewerkte uren, de cijfers van Nederland en Italië hebben alleen betrekking op werkers in loondienst, in de andere landen zijn ook zelfstandigen meegeteld, die veelal veel langere werkweken maken. Bovendien zijn in de gemiddelden ook de deeltijdwerkers meegenomen.
In Economisch Statistische Berichten 8 april 2005 publiceert E. Schulte Nordholt Hoeveel uren werken we in Nederland? Nederland blijkt op Denemarken na de hoogste arbeidsparticipatie van de EU-landen te hebben. Dat de gemiddelde werkweek in Nederland de laagste is, komt omdat Nederland 45,2% deeltijdwerkers kent, in Zweden en Denemarken is dat ruim 20%. Het aantal gewerkte weken is in Nederland ongeveer gelijk aan dat van Denemarken en Finland.
Om het gemiddeld aantal uren per werkweek omhoog te krijgen moeten meer deeltijd werkende vrouwen terug naar het aanrecht, en moeten mannen hun papa-dag inleveren. Dat beleid is met de bezuiniging op de kinderopvang al overtuigend ingezet. Ik voorzie binnenkort een coalitieregering waarin CU en D66 zitting hebben, met de SGP als gedoogpartner.
geplaatst in NRC Opinie 21 mei 2012

NRC: Partijen moeten een stembusakkoord sluiten

Een districtenstelsel is alleen zinnig als je mag verwachten dat dat tot een andere inbreng leidt in het parlement. Betrokkenheid van de kiezer zal er vast niet groter door worden – zie de opkomst van de gemeenteraadsverkiezingen. Een gekozen burgemeester? Wat voor ingrijpende maatregelen moet die burgemeester uitvoeren, dat hij door de kiezer rechtstreeks moet worden gelegitimeerd? De gemeenteraad kiest de wethouders, laat de raad ook zijn eigen voorzitter kiezen. Weg met de benoemde burgemeester!

Wie bepaalt dat de politiek op zijn laatste benen loopt? Politiek wordt juist steeds relevanter! Ik volg de ontwikkelingen geboeid. Een kiesdrempel hebben we al: je moet minimaal één zetel halen om volksvertegenwoordiger te worden. Ik ben blij met de inbreng van partijen als SGP en PvdD, zij leveren een waardevolle bijdrage aan het debat.

Dat de kamerzetels over steeds meer partijen worden verdeeld, kun je verklaren met de stelling dat de kiezer een steeds genuanceerder, weloverwogener keuze maakt. Besturen van politieke partijen moeten er rekening mee houden dat de macht moet worden gedeeld met meer partijen. Dat eist de wijsheid die voor het sluiten van compromissen sluiten nodig is. Zij moeten daarmee rekening houden bij de kandidaatstelling. Stembusakkoorden leiden tot ononderhandelbare standpunten, die het alleen maar moeilijker maken om tot een regeerakkoord te komen.