Van economische waarde naar woonwaarde voor de eigen woning
Meer dan een economisch goed is de eigen woonruimte een eerste levensbehoefte. De vrije economische waarde van een huis heeft voor zijn bewoner geen betekenis, hij moet immers altijd de opbrengst besteden aan een vervangende woning. De waarde die een woning voor de bewoner heeft zit vooral in hetgeen de woning hem te bieden heeft aan comfort. Niet alleen voor wat betreft de uitrusting van de woning, zoals het aantal kamers, al of niet gelijkvloers, maar ook wat betreft de omgeving waarin de woning staat, zoals de nabijheid van scholen en winkels. Die woonwaarde wordt niet bepaald op de vrije markt, hij hangt immers af van de specifieke situatie van de bewoner.
Woonwaardepunten
Voor de woonwaardebepaling kun je bijvoorbeeld denken aan het puntensysteem dat bestaat voor huurwoningen. Niet alleen het huis bepaalt de waarde van een woning voor zijn bewoner, ook de allerlei voorzieningen en diensten die de woning of de woonomgeving kent kunnen meetellen. Vaak zal een bepaalde voorziening alleen waarde hebben voor een bewoner in een specifieke levensfase, zo zal de nabijheid van een basisschool alleen waarde hebben voor ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd. Bewoon je zonder schoolgaande kinderen een dergelijke woning, dan benut je een deel van de woonwaarde niet.
Woonbeleid overheid
De woonwaarde is een uitstekend middel voor de overheid om een woonbeleid op te baseren. De WOZ waarde als grondslag voor de belastingheffing zal op de bewoner niet meer van toepassing zijn. Een heffing op de benutte woonwaarde kan daarvoor in de plaats komen, als een soort dienstenheffing waarmee de gemeente voorzieningen in de woonomgeving financiert. Anderzijds kan de overheid gericht woonbeleid voeren door voor schaars aanwezige voorzieningen een belasting te heffen op niet benutte woonwaarde.
Woon-zorgbehoefte
Doordat de woonomgeving betrokken wordt in de woonwaarde is er een oplossing voor de financiering van woonruimte van mensen met een zorgbehoefte. Zo kan bijvoorbeeld een hoogbejaard echtpaar een woning met een slaapverdieping met vier slaapkamers en een grote tuin (dus veel onbenutte woonwaarde) inruilen voor een gelijkvloers appartement met één slaapkamer, zonder tuin, maar met ondersteuning voor het doen van boodschappen, verzorgen van de warme maaltijd of dergelijke. Zorg hoeft niet meer apart te worden gefinancierd, men betaalt zelf voor de eigen woonbehoefte via koop of huur van de woonwaarde.