De woningmarkt is niet geschikt voor particulieren
Woonruimte is voor mensen een eerste levensbehoefte, net als eten en drinken. Mensen zullen uiteindelijk bereid zijn elke prijs te betalen voor eigen woonruimte. De vrije markt is daarom nooit geschikt geweest voor particulieren is om een eigen woning te kopen. Onder andere door overheidsbeleid zijn er altijd onvoldoende kavels en woningen in de aanbieding, daardoor is er geen sprake van een normale prijsvorming. De prijzen blijven feitelijk kunstmatig hoog. De woningmarkt is ook niet voldoende transparant en vrij toegankelijk. Huizenhandelaren en makelaars schermen de markt voor een groot deel af van de particulier.
Particulieren hebben bovendien geen transparante toegang tot de geldmarkt, voor de financiering van hun woning. Banken schermen die markt af met onbegrijpelijke contracten. Inmiddels vaak woekercontracten genoemd.
Het overheidsbeleid
Het overheidsbeleid is altijd gericht geweest op bevordering van het eigen-woningbezit. Daarom is de hypotheekrente fiscaal aftrekbaar gemaakt. Maar die maatregel werkt niet. Hij leidt alleen maar tot meer bestedingsruimte bij de koper, wat bij het krappe woningaanbod onmiddellijk tot hogere prijzen leidt. Zélfs het overheidsbeleid om in perioden van arbeidskrapte meer vrouwen te bewegen te gaan werken, heeft marktverstorend gewerkt. Door het extra inkomen waren kopers in staat nóg hogere prijzen voor hun woning te betalen. In 1990 was het nog mogelijk om met een enkel salaris een woning te kopen, nu lukt je dat als alleenverdiener niet meer.
De financiële melkkoe
Het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek vloeit feitelijk direct in de zakken van alle andere partijen in de markt: de overheid, de projectontwikkelaars, de bouwers, de banken, de notarissen, de makelaars. Vrouwen zijn gaan werken om makelaars en notarissen rijk te maken! Particulieren zijn geen marktpartij, maar een financiële melkkoe.
Bescherm de burger tegen de vrije woningmarkt
Omdat de burger tussen de professionele partijen in de woningmaker een te zwakke partij is, zou de overheid beleid moeten ontwikkelen om hem te beschermen. Ik denk dan aan een vorm als voor de gezondheidszorg is gekozen. Verzekeringsmaatschappijen en zorgaanbieders zijn daar de marktmakers, de verzekeringsmaatschappijen vormen de buffer tussen de burger en de markt. Voor de woningmarkt richt de overheid een woningbank op, die namens de burger als professionele in de markt kan optreden als hij dat zelf niet wil of kan. De oprichting van zo’n woningbank is ingewikkeld. Ik kom daar later in deze artikelenreeks op terug.